- Probeer bij elke maaltijd groenten toe te voegen. Zo ook bij je ontbijt en lunch.
- Draai de verhoudingen op je bord om. Dus de helft van je bord gevuld met groenten, en de rest met vlees en pasta/rijst/aardappelen of een andere vorm. In plaats van wat wij gewend zijn om ons bord hiermee voor de helft te vullen.
- Maak soep met veel groenten, dit kun je als lunch eten of tussendoor.
- Eet een bakje rauwkost of losse (snoep)groenten tussendoor.
- Beleg je lunch rijkelijke met kiemen, bijvoorbeeld broccoli of rodekool kiemen. Kiemen zijn de wortel van de groeten en bevatten dus extra veel vitamines en mineralen. Je kunt ze vinden in het vers vak in de supermarkt.
- Maak een groenteomelet. Bijvoorbeeld met groenten die je nog over hebt, of een zakje voorgesneden groenten uit de supermarkt.
- Bak of stoom de avond ervoor extra groenten zodat je dit de volgende dag bij je lunch kan eten.
- Kies voor verschillende soorten groenten bij je avondmaaltijd, hierdoor eet je automatisch altijd meer groenten.
- Zorg dat je altijd voldoende verschillende vormen van diepvriesgroenten in je diepvries hebt. Zo kun je oneindig variëren en kom je nooit tekort.
- Zet je groenten op het aanrecht in een ‘groenteschaal’, of in je fruitschaal. Zo is het altijd top-of-mind als je gaat koken of trek hebt in iets lekkers.
Apr
08
Comments are closed.